Crowcon - gasdetectie om levens te redden
Zoeken op
ARTIKEL
Zuurstof risico

De normale concentratie van zuurstof in de atmosfeer is ongeveer 20,9% volume. Een te laag (zuurstofdepletie) of te hoog (zuurstofverrijking) zuurstofgehalte kan gevaarlijk zijn. Dezelfde zuurstofmonitor waarschuwt voor zowel verrijking als verarming.

Zuurstofdepletie:

Bij gebrek aan voldoende ventilatie kan het zuurstofgehalte verrassend snel dalen door ademhalings- en verbrandingsprocessen.

Zuurstofniveaus kunnen ook worden verlaagd door verdunning met andere gassen zoals kooldioxide (ook een giftig gas), stikstof of helium, en chemische absorptie door corrosieprocessen en soortgelijke reacties. Zuurstofsensoren moeten worden gebruikt in omgevingen waar een van deze potentiële risico's bestaat.

Bij het plaatsen van zuurstofsensoren moet rekening worden gehouden met de dichtheid van het verdunningsgas en de "ademzone" (neushoogte). Helium bijvoorbeeld is lichter dan lucht en zal de zuurstof vanaf het plafond naar beneden verplaatsen, terwijl kooldioxide, dat zwaarder is dan lucht, de zuurstof vooral onder de ademzone zal verplaatsen. Bij het bepalen van de plaats van de sensoren moet ook rekening worden gehouden met de ventilatiepatronen.

Onderstaande tabel toont het effect van een verdunningsgas op het zuurstofgehalte

CONCENTRATIE VAN VERDUNNINGSGAS RESULTERENDE ZUURSTOFCONCENTRATIE
0.5% 20.8%
1% 20.7%
5% 19.9%
10% 19.0%
 15% 18.2%
 20% 17.4%
 25% 16.7%

Zuurstofmonitors geven gewoonlijk een alarm op het eerste niveau wanneer de zuurstofconcentratie gedaald is tot 19% volume. De meeste mensen beginnen zich abnormaal te gedragen wanneer het niveau 17% bereikt, en daarom wordt bij deze drempel meestal een tweede alarm gegeven. Blootstelling aan een atmosfeer met 10% tot 13% zuurstof kan zeer snel tot bewusteloosheid leiden; de dood treedt zeer snel in als het zuurstofgehalte onder 6% volume daalt.

Het gevaar van zuurstofgebrek wordt gemakkelijk onderschat, vooral omdat er risico's kunnen bestaan in niet-industriële omgevingen zoals kelders of bars waarCO2 en stikstof worden gebruikt. Zuurstofdepletie als gevolg van corrosie of bacteriële activiteiten vormt een aanzienlijk risico in besloten ruimten zoals pijpen, vaten, riolen en tunnels. Zuurstofsensoren worden vaak geïnstalleerd in laboratoria waar inerte gassen (bijvoorbeeld stikstof) worden opgeslagen in afgesloten ruimten.

Zuurstofverrijking:

Een hoger zuurstofgehalte kan de ontvlambaarheid van brandbare stoffen drastisch verhogen. Als het zuurstofgehalte meer dan 24% volume bedraagt, kunnen zelfs materialen zoals kleding, die normaal alleen maar smeulen, in brand vliegen.

Het risico van zuurstofverrijking bestaat waar zuivere zuurstof wordt opgeslagen, bijvoorbeeld in ziekenhuizen en industriële installaties voor de productie en distributie van gas. Zuurstofsensoren met een stijgend alarm dat is ingesteld op een volume van 23,5% worden meestal gebruikt in dergelijke omgevingen.