In aansluiting op het artikel van vorige week, "Waarom moet ik mijn instrument een bumptest laten ondergaan?", dacht ik u wat meer gedetailleerde informatie te geven over wat een bumptest is en hoe u die moet uitvoeren.

Een bumptest is de enige manier om te testen of de hele gasdetector correct werkt. Er wordt gecontroleerd of de sensoren reageren op het doelgas, er wordt ook gecontroleerd of het display reageert en er wordt bevestigd dat alle alarmen worden geactiveerd en de detector op de juiste wijze in alarm gaat.

Hoewel het sterk wordt aanbevolen door fabrikanten, is EN60079-29 deel 1 vanaf 1 november 2010 geharmoniseerd onder de ATEX-richtlijn 94/9/EG. Om aan de ATEX-richtlijn te voldoen, moet draagbare apparatuur die ontvlambare gassen detecteert, daarom vóór elke gebruiksdag een functiecontrole met gas ondergaan.

Hoe doe je een stoottest?

Hoewel het voor elke detector belangrijk is de instructies van de fabrikant te volgen, is het principe hetzelfde. Het doel van de bumptest is de eenheid te testen met een bekende concentratie van het doelgas die voldoende is om de eenheid in alarm te brengen en de juiste gasaflezingen te geven.

Om de detector te testen, moet u een stroomadapter op het instrument aansluiten, die bij het apparaat moet worden geleverd. Een cilinder met een bekende concentratie van het testgas (of de testgassen, als het een multigasdetector is) is nodig. Bevestig geschikte slangen aan de flowregelaar van de cilinder aan één uiteinde en bevestig het andere uiteinde aan de flowadapter van het instrument, alsmede een uitlaatpijp aan de uitlaat van de flowadapter. Het gas wordt vrijgelaten met een bepaalde stroomsnelheid, gewoonlijk ongeveer 0,5 L/min, waardoor de sensoren aan het gas worden blootgesteld, de detector zal gasmetingen weergeven en de alarmen moeten dienovereenkomstig reageren. Het is de bedoeling dat de meetwaarden in een bepaalde periode een bepaalde waarde bereiken, meestal binnen 10% van het toegepaste gasniveau en binnen 30-40 seconden.

Wees u ervan bewust dat u naar alle waarschijnlijkheid een giftig/gevaarlijk gas gebruikt en dat u de nodige voorzorgsmaatregelen moet nemen, waaronder voldoende ventilatie.

Er zij ook op gewezen dat de bumptests moeten worden uitgevoerd volgens de instrumentinstructies van de fabrikant.

Afhankelijk van de detectoren die u gebruikt, kunnen er halfautomatische of geautomatiseerde systemen beschikbaar zijn om de bumptest voor u uit te voeren. De beste daarvan kunnen zo worden geconfigureerd dat u de detector alleen maar hoeft te plaatsen, en dat de detector de rest voor u doet, van het toepassen van het gas tot het registreren van de resultaten voor nalevingsdoeleinden. Deze geautomatiseerde systemen bieden meestal Speedy bump-functionaliteit (waarbij u alleen maar op zoek bent naar het eerste alarmpunt dat in werking treedt) of, wat gebruikelijker is, Smart bump testing (waarbij u op zoek bent naar de meetwaarden van de detector die binnen een bepaalde parameter vallen, waaruit blijkt dat de detectoren de juiste gasniveaus aflezen).

Alles bij elkaar zou het ongeveer 20-30 seconden moeten duren, zodat het een kosteneffectieve, snelle en eenvoudige oplossing is, die mogelijk levens kan redden.

Hoe vaak moet ik mijn instrument aan een bumptest onderwerpen?

U moet de aanbevelingen van de fabrikant raadplegen om de testfrequentie te bepalen, hoewel het ook van belang kan zijn hoe vaak u het toestel gebruikt. De gebruiker moet een risicobeoordeling uitvoeren met betrekking tot de frequentie van de bumptests om de veiligheid van zijn operators te garanderen en rekening te houden met de ATEX-aanbevelingen.

Hoe vaak u ook een bumptest uitvoert, vergeet niet dat dit niet wegneemt dat gasdetectoren periodiek moeten worden geïnspecteerd, gekalibreerd en onderhouden door een bevoegd persoon; waarover ik volgende week meer zal zeggen.