Gasdetectoren zijn er om uw leven te redden, of het nu een vast systeem is of een draagbare detector, het goed onderhouden ervan is een belangrijk onderdeel van het eigenaarschap.

Onze gastblogger van deze week, Julian, heeft een aantal eenvoudige stappen op een rijtje gezet om ervoor te zorgen dat uw gasdetector klaar is voor gebruik als en wanneer dat nodig is.

Reinigen:
Gebruik bij het reinigen van onderdelen van de gasdetectieapparatuur geen oplosmiddelen op basis van oplosmiddelen of koolwaterstoffen (bijv. alcohol, benzeen, enz.), omdat deze de instrumentensensoren kunnen verontreinigen en valse meetwaarden kunnen veroorzaken. Gebruik in geen geval smeermiddelen op basis van koolwaterstof (siliconen).

Onderhoudsintervallen:
Er dient regelmatig onderhoud te worden uitgevoerd. Crowcon beveelt minimaal 6 maandelijkse onderhoudsintervallen aan vanwege de gebruikte sensortechnologieën. Dit garandeert een nauwkeurige meting van de gasconcentraties.

Idealiter moet het te meten gas worden gebruikt om de gasdetector te kalibreren. De kalibratie van vaste en draagbare gasdetectoren wordt gewoonlijk uitgevoerd met behulp van een gekalibreerd gasmengsel uit een cilinder, dat door een gasbedrijf met een analysecertificaat wordt geleverd. Normaal aanbevolen kalibratiegas moet de concentratie op de halve schaal zijn, of zo dicht mogelijk daarbij in de buurt komen.

Wanneer het niet mogelijk is kalibratiemengsels te verkrijgen die de vereiste gassen bevatten, moet een ander gasmengsel worden gebruikt dat een respons van de detector geeft die vergelijkbaar is met die van het doelgas (of de doelgassen). De output van de detector wordt gecorrigeerd met behulp van een respons-, kalibrerings- of correctiefactor. De meeste fabrikanten van detectoren hebben tabellen met het kalibratiegasmengsel en de correctiefactor voor elk doelgas of elke doelgasdamp waarop de sensor zal reageren. Opgemerkt moet worden dat deze tabellen modelspecifiek zijn. Verschillende typen sensoren (bijvoorbeeld infrarood of katalytisch) zullen verschillende correctiefactoren hebben.

Onderhoud:
Het onderhoud van uw gasdetector helpt ook de kosten te spreiden van het vervangen van onderdelen zoals sensoren nadat ze verlopen zijn, waardoor u zeker weet dat uw gasdetector geschikt is voor het werk.

Gasdetectoren moeten in het onderhoudsschema van de installatie worden opgenomen. De prestaties van de meeste detectoren gaan met de tijd achteruit, de snelheid hangt af van het type sensor en de bedrijfsomstandigheden. Een stoffige, corrosieve of vochtige omgeving kan bijvoorbeeld een versnelde afname van de respons veroorzaken. Deze factoren zijn van invloed op de frequentie van inspectie, onderhoud en kalibratie. Ook bij draagbare gasdetectors moet de gebruiker rekening houden met het sensortype, de bedrijfsomstandigheden, het vereiste gebruik en de nauwkeurigheid van de detector. Draagbare detectoren mogen alleen worden gebruikt als ze in goede staat verkeren en correct functioneren.

Opleiding/Bump Testing:
Opleiding van werknemers is van vitaal belang. Het juiste gebruik van gasdetectieapparatuur is van cruciaal belang voor de gezondheid en veiligheid van zowel het personeel als de installatie. Zorg ervoor dat iedereen weet hoe en wanneer hij zijn unit moet bumptesten. Door gasdetectoren aan een bumptest te onderwerpen, verbetert u niet alleen de respons van de sensoren, maar maakt u uw gasdetector ook geschikt voor dagelijks gebruik.

Toebehoren:
Hulpapparatuur moet worden gecontroleerd op deuken, knikken, krommingen, blokkades en gaten in de bemonsteringssonde, omdat deze het monster kunnen beïnvloeden en een foutieve meting kunnen geven. Een beschadigde batterij of scheurtjes in de behuizing kunnen het instrument onveilig of onbetrouwbaar maken of beide. Vervuiling, zoals water of stof, kan foute uitlezingen geven en kan het instrument beschadigen.

Een beschadigd display maakt het instrument moeilijk of onmogelijk af te lezen en een defect alarm registreert mogelijk geen gevaarlijke situatie. Alle luchtinlaatfilters moeten schoon zijn om een onbelemmerde luchtstroom naar het instrument mogelijk te maken. Het is ook belangrijk de integriteit van andere onderdelen te controleren, zoals de draagkoffer en de schouderriem, de sondes en de bakens.