De landbouwsector speelt een onvervangbare rol in ons leven en brengt elke dag op betrouwbare wijze een scala van gewassen, fruit, groenten, zuivel- en vleesproducten naar onze tafels en bedrijven. Door de betrokken processen wordt deze sector echter ook regelmatig geconfronteerd met risico's op giftige gassen. Vooral waterstofsulfide (H2S) is een bron van zorg, met toxische gehalten die op een groot aantal boerderijen worden aangetroffen, onder meer in gierputten en afvalwater.
Naast H2S dragen ook methaan, kooldioxide en stikstofoxide bij tot de uitstoot van broeikasgassen in de landbouwsector, en met name in de veehouderij. Gevaarlijke gassen kunnen zich bevinden in en worden uitgestoten uit silo's, mestopslagplaatsen, anaerobe vergisters, graanbakken en slecht geventileerde schuren, om er maar een paar te noemen. Als deze gassen niet worden gecontroleerd en ontdekt, kunnen ze zowel op korte als op lange termijn schade toebrengen aan mensen, vee en het milieu.
Naast het streven naar het gebruik van minder gevaarlijke, alternatieve materialen in landbouw- en landbouwprocessen, is het aan de betrokkenen in de sector om betrouwbare en robuuste bewakings- en gasdetectieapparatuur te gebruiken om op de hoogte te blijven van de gasniveaus in elke omgeving. Met behulp van deze informatie is de controle op de genoemde stoffen en gassen veel beter haalbaar.
Beschrijving
Het kleurloze en reukloze methaan (CH4), is een brandbaar gas, en is afkomstig van het proces van anaërobe afbraak van organisch materiaal. Afhankelijk van de opslag en het beheer van mest, die gedurende lange perioden anaëroob wordt afgebroken, variëren de concentraties van de gassen die daarbij vrijkomen. Slecht geventileerde ruimten en hogere temperaturen kunnen de hoeveelheid uitgestoten methaan doen toenemen. Bij gebrek aan luchtstroming, zoals in overdekte gebouwen en schuren, kan het methaangehalte toenemen, vast komen te zitten en explosies veroorzaken. Indien het echter veilig wordt opgeslagen, kan het worden gebruikt als brandstof voor landbouwapparatuur en -motoren.
Waterstofsulfide (H2S), dat kan worden aangetroffen in een reeks landbouwprocessen die verband houden met de productie en het verbruik van biogas, vormt een risico omdat het verhindert dat zuurstof wordt vervoerd naar de vitale organen en weefsels van het lichaam. Het chemische verstikkingsgas is ook afkomstig van de anaërobe afbraak van organisch materiaal, zoals mest, en staat bekend om zijn geur van rotte eieren. Hogere concentraties van het gas belemmeren echter de reukzin, waardoor het door de menselijke zintuigen niet kan worden waargenomen en het gevaar toeneemt.
Ammoniak (NH3) , wordt aangetroffen in dierlijk afval en kan verder worden verspreid en uitgestoten door het uitrijden van drijfmest op landbouw- en landbouwgrond. Het is een kleurloos gas met een doordringende geur, dat technisch ontstaat door de afbraak van stikstofverbindingen in dierlijk afval. Het is schadelijk voor zowel de menselijke gezondheid als het welzijn van de veestapel, aangezien het ademhalingsziekten bij de veestapel kan veroorzaken, alsook oogirritatie, blindheid, longschade, naast neus- en keelbeschadiging en zelfs de dood bij de mens. Slechte ventilatie vergroot de schade die door dit gas wordt veroorzaakt.
Koolstofdioxide wordt van nature in de atmosfeer geproduceerd, maar de niveaus worden gevaarlijk verhoogd door landbouw- en landbouwprocessen. CO2, dat kleurloos en reukloos is, wordt uitgestoten door landbouwwerktuigen, de teelt van gewassen en vee en andere landbouwprocessen. CO2 kan zich op bepaalde plaatsen verzamelen, zoals afvaltanks en silo's, waardoor de zuurstof in de lucht wordt verdrongen en het risico op verstikking voor dieren en mensen toeneemt. Afgesloten silo's, afval- en graanopslagruimten zijn bijzonder gevaarlijk omdat CO2 zich hier kan ophopen en ertoe kan leiden dat ze ongeschikt zijn voor mensen zonder externe luchttoevoer.
Stikstofdioxide (NO2), een van de zeer reactieve stikstofoxidegroepen, kan in het ergste geval een plotselinge dood veroorzaken bij consumptie, zelfs bij kortstondige blootstelling. Dit gas veroorzaakt verstikking en wordt uitgestoten uit silo's als gevolg van specifieke chemische reacties van plantaardig materiaal. Het is herkenbaar aan zijn bleekachtige geur en heeft de neiging een rood-bruine waas te vormen. Omdat het zich boven bepaalde oppervlakken verzamelt, kan het via silogoten in gebieden met vee terechtkomen, en vormt daarom een reëel gevaar voor mens en dier in de omgeving. Het kan ook de longfunctie aantasten, inwendige bloedingen veroorzaken en aanhoudende ademhalingsproblemen.
In het VK is de Control of Substances Hazardous to Health (controle op stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid) een verordening die van toepassing is op alle sectoren waarin de werknemers regelmatig worden blootgesteld aan een aantal schadelijke chemische stoffen. Dit is niet meer van toepassing dan in de landbouw en de agrarische sector, waar werknemers in aanraking komen met detergentia, ontsmettingsmiddelen, pesticiden, meststoffen waaronder ammoniumnitraat en diergeneesmiddelen. COSHH biedt werkgevers richtsnoeren en handvaten om werknemers tegen deze gevaren te beschermen.
De Britse Code of Good Agricultural Practice (COGAP) voor het terugdringen van ammoniakemissies is opgesteld door DEFRA in samenwerking met de landbouwsector. In de code wordt gedetailleerd aangegeven welke stappen moeten worden ondernomen om de ammoniakuitstoot binnen het vastgestelde tijdskader te verminderen: 8% tegen 2020 en 16% tegen 2030. De te nemen maatregelen omvatten de beste manier om organische meststoffen op te slaan en toe te passen, manieren om kunstmest toe te passen en manieren om de voeding en de huisvesting van de veestapel aan te passen.
In de EU heeft de Europese Commissie een reeks richtlijnen en regelingen gelanceerd om de veiligheid binnen de landbouwsector in haar lidstaten te regelen. Het gaat onder meer om EU-verordening 1151/2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, en EU-verordening 668/2014 over de wijze waarop EU-verordening 1151/2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen moet worden toegepast.