Het waarborgen van de veiligheid tegen gevaarlijke gassen en materialen is ongelooflijk belangrijk in de zware omstandigheden van de mijnbouw. Met potentiële gevaren van koolmonoxide (CO), methaan (CH4) en zuurstofgebrek/-verrijking zijn mijnbouwtoepassingen vol gevaren en het is ongelooflijk belangrijk dat degenen die er werken voldoende zijn toegerust om veilig te kunnen werken.
De gezondheids- en veiligheidsprocessen in de mijnen, met name op het gebied van gasdetectie, hebben zich in de afgelopen eeuw drastisch ontwikkeld, van het ruwe gebruik van methaanlontproeven, zingende kanaries en vlambeveiliging tot het gebruik van de moderne gasdetectietechnologieën en -processen zoals wij die kennen.
Mijnbouwtoepassingen zijn wijdverspreid en daarom is passend onderzoek vereist om ervoor te zorgen dat het juiste type detectieapparatuur wordt gebruikt, vast of draagbaar, alvorens deze ruimten te betreden. Het juiste gebruik van de apparatuur zal ervoor zorgen dat de gasniveaus nauwkeurig worden gecontroleerd en dat werknemers zo snel mogelijk worden gewaarschuwd voor gevaarlijke concentraties in de atmosfeer.
Beschrijving
Methaan vormt een zeer reëel risico in mijnbouwtoepassingen, aangezien het rechtstreeks vrijkomt bij de winning van steenkool. Het gas dat tijdens het fysieke proces uit de steenkool wordt verwijderd, komt vrij in de kolenlaag en wordt vervolgens verspreid in de luchttoevoer van de mijn, wat betekent dat het kan worden ingeslikt door de werknemers in de mijn en een gezondheids- en veiligheidsrisico kan veroorzaken.
CO is een risico in mijnen tijdens het oxidatieproces van steenkool, maar ook bij de oxidatie van hout in mijnschachten en gasvormig methaan in de mijnatmosfeer. Bij inslikken kunnen werknemers last krijgen van de symptomen van CO-vergiftiging, zoals duizeligheid, zwakte, maagklachten, overgeven, hoofdpijn, pijn op de borst en verwardheid. In hoge concentraties kan koolmonoxide het bewustzijn doen verliezen of, erger nog, dodelijke slachtoffers maken.
De Mines Regulations 2014 hebben in april 2015 alle eerdere mijnbouwgerelateerde gezondheids- en veiligheidsvoorschriften in het Verenigd Koninkrijk vervangen. De bijgewerkte voorschriften zijn meer gebaseerd op het belang van risicobeoordelingen ter plaatse, waarbij de verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de mijnexploitant in plaats van bij de manager.
Exploitanten moeten ervoor zorgen dat alle veiligheidsrisico's in hun mijn in kaart zijn gebracht en dat er een systeem is om degenen die er werken te beschermen.
De mijnbouwverordening schrijft ook voor dat er in elke mijn een arbeidsinspecteur aanwezig moet zijn om contact te onderhouden met de werknemers en na te gaan of zij tevreden zijn over de ten uitvoer gelegde maatregelen. Deze bijgewerkte normen verschillen nu wat de eisen inzake luchtkwaliteit betreft.
De voorschriften zijn gebaseerd op een overvloed aan andere wetgeving, waaronder de controle op stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (COSHH), en geven aan hoe mijnexploitanten specifieke maatregelen moeten nemen om de ventilatiesystemen in de ondergrondse ruimten van hun installaties voortdurend te beschermen.
In Australië omvat de wetgeving betreffende de exploitatie en de gezondheid en veiligheid van mijnbouwprocessen de Mining Act 1978. De geografische gebieden waarop deze wet betrekking heeft, zijn te vinden op overheidswebsites. Om een wetgevingskader te scheppen dat in heel Australië van toepassing is en betrekking heeft op een gemeenschappelijke regeling inzake mineralen die voor de hele territoriale zee geldt, heeft het land op 1 januari 2011 de Offshore Minerals Act 2003 in het leven geroepen.
Nadere bijzonderheden over de Australische mijnbouwactiviteiten en gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen zijn opgenomen in de Mijnbouwwet 1978en de Mijnbouwvoorschriften 1981 en de Offshore Minerals Act 2003.