Een van de meest voorkomende vragen van klanten op het gebied van technische ondersteuning betreft op maat gemaakte configuraties van sensoren voor giftige gassen. Dit leidt vaak tot een onderzoek naar de kruisgevoeligheid van de verschillende gassen waaraan de sensor zal worden blootgesteld.

De kruisgevoeligheid varieert van sensortype tot sensortype en de leveranciers drukken de kruisgevoeligheid vaak uit in percentages, terwijl andere leveranciers de gevoeligheid specificeren in werkelijke ppm-niveaus (parts-per-million).

Kruisgevoeligheid is de reactie van een sensor op andere gassen die kunnen "interfereren" met hoe de sensor reageert. Blootstelling van een sensor aan een gas dat niet het doelgas is, kan een ongewenst effect veroorzaken; dit kan een positieve reactie, een negatieve reactie of een remming zijn.

Positieve respons
Een positieve respons betekent dat de sensoren niet alleen reageren op het doelgas, maar ook op een ander gas.
Dit kan de gebruiker de indruk geven dat er doelgas aanwezig is terwijl dat niet zo is, of dat er meer doelgas aanwezig is dan in werkelijkheid het geval is. Dit kan ertoe leiden dat de gebruiker moet gaan ventileren, de ruimte moet ontruimen of een andere corrigerende maatregel moet nemen om het gasgevaar weg te nemen, wat misschien niet nodig is.

Een goed voorbeeld van een positief reagerende situatie:

• Een CO-sensor die voor 60% positief reageert op_H2. Als de CO-sensor dus 200ppm_H2 heeft waargenomen, zal de CO-sensor ongeveer 120ppm aangeven (d.w.z. 60% van 200ppm).

Negatieve reactie
Er is sprake van een negatieve reactie wanneer sensoren een verminderde reactie op het doelgas produceren als zij ook worden blootgesteld aan een gas dat een negatieve reactie veroorzaakt. Als dit gebeurt, kan de gebruiker worden blootgesteld aan het doelgas en niet weten dat hij gevaar loopt, of kan het gasniveau dat op de display van het instrument te zien is, door dit negatieve effect worden verlaagd.

Een paar voorbeelden van een negatief reagerende situatie:

• Een SO2-sensor heeft een respons van -120% op NO2. Als een SO2-sensor dus 5ppm NO2 ziet op hetzelfde moment als 5ppm SO2, wordt de waarde met 6ppm verminderd, wat een 0ppm-waarde oplevert of zelfs een negatieve waarde, afhankelijk van hoe uw instrument werkt.
• Als dezelfde sensor 2ppm NO2 ziet, wordt de waarde met 2,4ppm verminderd, zodat de waarde slechts 2,6ppm SO2 bedraagt bij blootstelling aan 5ppm SO2.

Inhibitie
Inhibitie is vergelijkbaar met een negatieve reactie; wat er echter gebeurt is dat de sensor helemaal niet reageert op het doelgas als hij op hetzelfde moment aan de inhibitor wordt blootgesteld, of dat het uren, zo niet dagen duurt voordat de sensor zich heeft hersteld voordat hij weer op het doelgas reageert.

Bijvoorbeeld:

• een Cl2 sensor wordt geremd door_H2S
• SO2-sensoren kunnen door NH3 worden geremd en hebben vele uren nodig om te herstellen voordat ze weer op SO2 reageren.

Zorg er daarom voor dat u bij het gebruik van uw multitoxisch gasinstrument op de hoogte bent van de kruisgevoeligheid van de sensoren, want het kan uw leven redden.